Aller au contenu principal

Peñón de Alhucemas


Peñón de Alhucemas


Het Peñón de Alhucemas (Riffijns: Ṭaẓruṭ n Nqur, Arabisch: Sakhrat Al Hoceima) is een van de Spaanse territoria in Noord-Afrika (de zogenaamde Plazas de soberanía), samen met de kustenclaves Ceuta en Melilla, het Peñón de Vélez de la Gomera de Islas Chafarinas, en het betwiste rotseiland Isla Perejil.

Geografie

Peñón de Alhucemas en de rotseilanden Isla de Mar en Isla de Tierra, westelijker gelegen, vormen de Alhucemaseilanden. Ze liggen 300 meter van de Marokkaanse stad Al Hoceima (Alhucema, voormalig Villa Sanjurjo) verwijderd, 155 kilometer ten oosten van Ceuta en 100 km ten westen van Melilla.

De rots Peñón de Alhucemas is een klein eiland, 170 meter bij 86 meter groot, met een maximale hoogte van 27 meter boven zeeniveau. De rots wordt volledig ingenomen door een fort, verschillende huizen en een kerk.

Geschiedenis

De Spaanse soevereiniteit gaat terug tot 1559, toen het door sultan Muley Abdallah el Galib Billah aan Spanje werd gegeven als beloning voor de steun tegen de Ottomaanse legers. In 1673 zond Spanje een garnizoen naar het eiland, dat sedertdien permanent bezet bleef. Op dit ogenblik verblijft een zestigtal soldaten in het fort. Vlak bij het eiland ligt de landingsplaats van de Spaanse en Franse expeditietroepen tijdens de Rifoorlog van 1925. Tevens werd het ook gebruikt om van hieruit beschietingen uit te voeren op plaatsen zoals Ajdir, Azghar en Ait Hicham. De Riffijnse benaming voor dit eiland is Tazrut n N'kur (Rots van N'Kour). N'Kour is een oud rijk dat zetelde langs de baai van Al Hoceima.

De Spaanse soevereiniteit over het Peñon wordt door Marokko betwist sinds de onafhankelijkheid van dat land in 1956. Het werd echter niet vermeld tussen de door Spanje overgedragen gebieden in de verdragen die de Marokkaanse onafhankelijkheid begeleidden.

Galerij

Zie ook

  • Spaans-Marokko


Text submitted to CC-BY-SA license. Source: Peñón de Alhucemas by Wikipedia (Historical)