![Geschiedenis van het Noorden Geschiedenis van het Noorden](/modules/owlapps_apps/img/nopic.jpg)
De Geschiedenis van het Noorden of Beishi is een van de boeken uit de Vierentwintig Geschiedenissen, de verzameling officiële geschiedenissen van Chinese keizerlijke dynastieën. Het boek beschrijft de geschiedenis van de vijf Noordelijke Dynastieën, omvat de periode 386-618 en is gepresenteerd in 659. Het werk is, net als de Geschiedenis van het Zuiden samengesteld op particulier initiatief door Li Yanshou (李延壽, fl. 618-676), die daarmee het door zijn vader Li Dashi (李大師, 570-628) begonnen werk voortzette.
Het werk is op eigen initiatief begonnen door Li Dashi (李大師, 570–628). Hij wilde een annalistische geschiedenis samenstellen van zowel de Noordelijke als de Zuidelijke Dynastieën, naar het voorbeeld van Lente en herfst van Wu en Yue (吳越春秋, Wu Yue chunqiu). Li Dashi overleed voordat hij zijn werk kon voltooien, waarop zijn zoon, Li Yanshou, het werk voortzette. Hij was als historicus betrokken bij het samenstellen van de dynastieke geschiedenissen die tijdens de Tang-tijd in opdracht van de keizer zijn verschenen. Vanaf 629 was hij een van de samenstellers van de dynastieke geschiedenissen van Liang, Chen, Qi, Zhou en Sui. Die werden samengesteld in opdracht van Tang-keizer Taizong (r.626-649). Dit project stond onder leiding van Yan Shigu (顏師古, 581–645) en Kong Yingda (孔穎達 574–648) en verschafte Li toegang tot voor hem belangrijke historische bronnen. Hoewel Li tussen 634 en 640 in Sichuan verbleef, bleef hij naast zijn werkzaamheden werken aan zijn eigen project. Hij verving de stijl van het werk van zijn vader (biannianti, annalen) naar die van jizhuanti, een combinatie van keizerlijke annalen en exemplarische overleveringen (biografieën). Hij volgde zo het voorbeeld van de Historische Verslagen (Shiji) door Sima Qian en de daaropvolgende officiële dynastieke geschiedenissen.
In 641 werd Li, op advies van Linghu Defen (令狐德棻, 583–666) benoemd tot assistent-samensteller (zhi guo shi, 直國史) van het Boek van de Jin. Zo kreeg hij opnieuw inzage in bronnenmateriaal, nu over de geschiedenis van Song, Qi en Noordelijke Wei. Vanaf 643 was Li een van de samenstellers (xiu guo shi, 修國史) binnen het Historisch Bureau (Shi guan, 史館). Hoewel hij verantwoordelijk was voor de samenstelling van de verhandelingen (monografieën) van de Sui-dynastie, kreeg hij ook inzage in de dynastieke geschiedenissen van Liang, Chen, Qi, Zhou en Sui, die op dat moment door het Bureau werden voorbereid. Naast deze officiële werkzaamheden bleef hij werken aan het project dat zijn vader was begonnen. Het oorspronkelijk werk werd door hem uitgesplitst in twee delen, een geschiedenis voor de Noordelijke Dynastieën (Geschiedenis van het Noorden) en een voor de Zuidelijke Dynastieën (Geschiedenis van het Zuiden). Na correcties door Linghu Defen werden beide werken in 659 gepresenteerd aan de keizer. Het memorandum waarmee Li zijn werk aanbood is bewaard gebleven in juan 100, zijn autobiografie.
In de Geschiedenis van het Noorden werden de drie afzonderlijke geschiedenissen van de noordelijke dynastieën (Weishu, Beiqishu en Zhoushu) en de Suishu (geschiedenis van de Sui-dynastie) gecombineerd, samengevat en aangevuld. Veel materiaal uit de afzonderlijke geschiedenissen werd ingekort of zelfs weggelaten. Dit gold met name voor edicten en verzoekschriften. Voor de keizerlijke annalen van de drie keizers van de Westelijke Wei-dynastie en de biografieën van hun echtgenotes is gebruik gemaakt van Wei shu door Wei Dan (魏澹, ca.550). Het laatste hoofdstuk (Xu zhuan, 序傳) bevat een autobiografie met een overzicht van de geschiedenis van de familie van Li Yanshou.
Beide werken werden niet onverdeeld gunstig ontvangen. Volgens het Nieuw boek van de Tang was er met name kritiek op de lage rang van Li Yanshou en zijn nog jonge leeftijd. Omdat keizer Gaozong een (nu verloren geraakt) voorwoord op de werken had geschreven, bleven ze onder de Tang-dynastie toch rouleren. In de loop van de achtste eeuw stelde Liu Zhi (劉秩) zelfs voor om beide werken op te nemen in het curriculum ter voorbereiding voor de examens voor de jinshi-graad, de hoogste graad in het Chinees examenstelsel. Beide werken werden na hun publicatie gerekend tot bieshi (別史, alternatieve geschiedenissen). Binnen het classificatiesysteem van de geschiedschrijving shibu was dit de op een na hoogste categorie, direct na de dynastieke standaardgeschiedenissen. Beide werken werden vanaf de Noordelijke Song-tijd tot de canon van de dynastieke geschiedenissen gerekend. Het oorspronkelijk werk is vrijwel compleet doorgegeven. Slechts juan 11 (de keizerlijke annalen voor Sui-keizer Sui Yangdi) is verloren geraakt en vervangen door materiaal uit het Boek van de Sui.
Het huidige werk bevat 100 juan en volgt de vorm van jizhuanti van Shiji en de Hanshu, zij het dat slechts twee van de vijf mogelijke categorieën daadwerkelijk zijn gebruikt. De verhandelingen die horen bij de vijf Noordelijke Dynastieën zijn behandeld in een eigen boek, Wudaishi zhi (五代史志 Verhandelingen van de vijf dynastieke geschiedenissen) dat later een integraal onderdeel werd van het Boek van de Sui.
Vergeleken met Nanshi is de Geschiedenis van het Noorden uitgebreider. Li Dashi was afkomstig uit het noorden (Anyang) en Li Yanshou nam het werk van zijn vader als basis voor zijn eigen werk.
Ji (紀, annalen), 12 juan. Keizerlijke biografieën in strikt annalistische vorm die een chronologisch overzicht bieden van de belangrijkste gebeurtenissen, bezien vanuit het keizerlijke hof. De twaalf juan basisannalen bestaan uit vijf juan voor de keizers van de Noordelijke Wei-dynastie (inclusief die voor de beide opvolgerstaten Oostelijke Wei en Westelijke Wei in juan 5), drie juan voor die van de Noordelijke Qi, twee voor de Noordelijke Zhou en twee voor de Sui-dynastie.
Juan 1-12:
Liezhuan (列傳, exemplarische overleveringen, vaak aangeduid als biografieën), 88 juan. Biografieën van belangrijke personen. De biografie beperkte zich tot het beschrijven van gebeurtenissen die het exemplarische karakter van de betreffende persoon duidelijk moesten maken. Juan 13-14 bevat biografieën van keizerinnen en juan 80 die van hun familieleden. Biografieën van leden van de keizerlijke families zijn gerangschikt per dynastie: juan 15-19 voor de Wei (en de beide opvolgerstaten), juan 51-52 voor de Noordelijke Qi, juan 57-58 voor de Noordelijke Zhou en juan 71 voor de Sui. Ook de individuele biografieën van andere personen zijn op die manier gerangschikt: juan 20-50 voor Wei, juan 53-56 voor de Noordelijke Qi, juan 59-70 voor de Noordelijke Zhou en juan 72-79 voor die van Sui. Vanaf juan 80 zijn er collectieve biografieën, waarbij de beschreven personen in categorieën zijn geplaatst. Juan 93 omvat biografieën uit de Zestien Koninkrijken en juan 94-99 overleveringen uit omringende gebieden. Juan 100, is een autobiografie door Li Yanshou, de uiteindelijke samensteller van het werk.
Juan 13-100:
De Zhonghua-uitgave van de Vierentwintig Geschiedenissen is de meest gebruikte uitgave. De teksten zijn voorzien van leestekens, ingedeeld in paragrafen en geschreven in traditionele karakters. Zowel van de oorspronkelijke als van de herziene uitgave zijn talrijke herdrukken verschenen, die onderling op details kunnen afwijken.
De Zhonghua-uitgave is ook digitaal beschikbaar via het project Scripta Sinica van de Academia Sinica, Taipei (zie: externe links).
Gedeeltelijke vertaling. Het werk is uitgegeven in vereenvoudigde Chinese karakters.
Owlapps.net - since 2012 - Les chouettes applications du hibou